Flarden van een nooit te versturen brief...
...er valt misschien niets meer te zeggen, ik mis je, ik zal je altijd en overal missen, jij was voor mij de belichaming van alles wat werkelijke vriendschap kan betekenen al waren de bewijzen daarvoor achteraf gezien maar zo schaars. Wij, dat wat ons bond, bestond bij die gratie van die derde, grote afwezige... er was nooit iets werkelijks tussen ons behalve Zij. Je bent in mijn gedachte, in mijn hart, vaak, te vaak maar ik wil je niet meer wegjagen. Oh dat heb ik wel gewild hoor, jou uit mijn hart jagen, weg van die ene heilige plek waar iedereen binnen mag lopen maar zelden iemand een woonplaats vindt. Ik hoopte dat je ooit iets zou zeggen of doen waardoor ik me met enige overtuiging van je af zou kunnen keren. Maar je zweeg... en je zweeg... uit zwijgen kan ik geen conclusies trekken, geen daden stellen als er aan de andere kant niets gebeurt. En nu zeg ik het alleen nog zachtjes, ik ben je dankbaar voor wie je bent, dat je bestaat, ik vind dat je niet eerlijk met mensen bent omgegaan, met mij niet, met anderen niet maar dat is nu nog slechts een observatie als was het niet mijn eigen leven waar ik over sprak. Je was vriendschap voor mij, niet eens echt een vriend maar een archetype, dat ben je denk ik nog steeds, een archetype. De rest van jou is langzaam van mij afgesmolten als een dun laagje ijs.
Soms kijk ik naar je, van een afstand, zonder dat je het weet, en dan glimlach ik, soms schud ik mijn hoofd, je bent zo verschillend, zo hetzelfde, zo duidelijk en doorzichtig. Jij bent van alle mensen die ik ken en kende het minste veranderd, dat is goed, als jij tevreden bent.
Ik denk nog te vaak aan je, maar het is goed, als jij tevreden bent...
Dwaallichtjes
Numquid nosti semitas nubium?
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home