donderdag

Traan

Het tedere geweld waarmee hij zich opdringt is verpletterend, ik ben alleen, hoef niemand iets uit te leggen dus hij is welkom. Toch is de kracht die hij gebruikt om zich te laten zien verwoestend. Stukje bij beetje scheurt er iets van binnen, langzaam, wreed, meedogenloos. Ik wil dit niet, het doet te veel pijn, dit houd ik niet vol maar niet volhouden betekent ook slechts dat ik door blijf gaan ver voorbij het bittere eind. Ik wil niet tegen hem vechten, ik wil hem toegang verlenen tot alles, hem alle ruimte geven, om zelf bevrijd te worden. Maar in al zijn vriendelijke welwillendheid hakt hij op mij in, al bied ik geen enkele weerstand hij blijft rammen en beuken. Oude wonden barsten open en met iederen druppel bloed sijpelt een beetje moed weg, elke blauwe plek een buts in mijn vertrouwen. Wanhopig laat ik mijn allerlaatste weerstand varen, langzaam veeg ik het zonnetje van mijn gezicht, geen glimlach meer, geen levensvreugde nu, ik was te veel vergeten...

één traan, één enkele traan slechts.