November - Jan Engelman
Gedachte-krachten, aangewend als schemels,
en op den horizon de Schorpioen.
Gij waart het avondrood, het bloed des hemels,
getekend levend in een laat seizoen.
Als in uw rijk de Geest nog op de wateren,
van ongeborenheid het licht toe zweeft,
zend uit, zend uit, verblindend alle hateren,
den regenboog waar Gods begin in beeft!
Eind is geen eind, en altoos aan te vangen
de geest die waait, door geen belang onteerd.
Nog blinken ogen die het diepst verlangen
in de armzaligheid niet zijn verleerd.
Hier sta ik, luister, hef mijn handen,
de lucht is koud, de schaduw van den dood
staat als een rookkolom op alle landen, -
een nieuwe kleur vloeit in het avondrood.
Dwaallichtjes
Numquid nosti semitas nubium?
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home