donderdag

zelfreflectie met nog meer woorden

En dan wordt je achttien, het is allemaal niet veel veranderd want je hebt het gemerkt; de echte dingen doen werkelijk pijn. Je hebt de smaak van een benevelde wereld geproefd. Je weet dat onthechting een stem heeft en je hebt gebiologeerd de kleur van je eigen bloed in je opgenomen. Je hebt geleerd, verleerd en weer opnieuw geleerd dat het niet de wereld is die zoveel pijn doet maar dat je het zelf bent. Je zou jezelf om die doodszonde met zweepslagen willen overladen maar je bent veel te laf, bang voor de pijn. Machteloos staar je naar je eigen eenzaamheid en weet haar nog geen naam te geven. Je kleine meisjeslichaam veel te vroeg geschonden, door hen, door jezelf, het maakt niet uit. Nu wil je niet meer aangeraakt worden maar je bent zo bang… zo ontzettend bang voor de doodse stilte binnenin je glazen stolp. Elke schreeuw die je slaakt kaatst van alle kanten terug naar jouw tere oren. Doof en blind strek je je armen uit, als er nu iemand was… iemand die je toch aanraakte ondanks je stekeligheid. Je gooit jezelf te grabbel en als er iemand komt kijken wie je bent pak je alles razendsnel weer terug. Je sloot vriendschappen maar geloofde er nooit in en verloor ze weer in de chaos van je zelfbewustzijn. Je doet het altijd verkeerd, je weet wel dat je lief moet zijn en aardig en vriendelijk, geduldig en geïnteresseerd. Je weet wel dat ze genoeg van je krijgen omdat je zo gebroken bent, zo verloren dus je probeert het niet meer. Je kunt het ook niet anders, je kunt niet zomaar negeren wie je bent, daarvoor ben je veel te groot....

wordt vervolgd.