zondag

Mijn hart als een grote prop die in de weg zit, bijna fysiek voelbaar aanwezig. Stil zitten met ogen dicht, geen beweging, alleen maar voelen, nog meer voelen, geen namen geven maar voelen. Het is te veel, te veel wat ik wil zien, te veel om te ervaren, te veel wat ik wil zijn, ik wil wel met minder genoegen nemen, ik wil bescheiden zijn en nederig maar ik kan niet minder, ik wil wel kiezen voor minder maar het lukt me niet. Steeds als ik voor minder kies is alles weg, alles weg zou mooi moeten zijn, goed, licht. Maar alles weg is stil, eenzaam, hartverscheurend.
En dan geloof ik dat ik aan het verliezen ben, ik weet niet precies wat maar ik ben het grandioos aan het verliezen. Opnieuw probeer ik mezelf wijs te maken dat het een eenvoudige keuze is, niets meer en niets minder maar die instelling heeft bij mij niet het gewenste effect, er moet een manier zijn om er tegenaan te kijken die wel werkt maar die kan ik steeds niet vinden. Wel bijna, en ongeveer, soms, precies genoeg om door te gaan, door te willen gaan, moed te houden, te blijven lachen. Ik ben helemaal niet bang voor verliezen, het heeft meer weg van een simpele constatering, dat ik het op deze manier in mijn eentje niet red, dat ik geen andere manier ken, geen andere manier kan. Zwak, mislukkeling, ik faal en weet niet eens precies waarin, maar het is wel belangrijk, veel te belangrijk. Ik houd er van, met overgave en passie houd ik er van, van verliezen, van het niet redden, minstens net zo veel als van liefhebben, genieten, leven.